Jozua nu, de zoon van Nun, was vol van den [21]Geest der wijsheid; want Mozes had zijn [22]handen op hem gelegd; zo hoorden de kinderen Israels naar hem, en deden gelijk als de HEERE Mozes geboden had.
21. Dat is, van de gave der wijsheid, die de Heilige Geest in hem tot verrichting van zulk een ambt gewerkt had.
22. Hebreeuws eigenlijk, had met zijn handen op hem gesteund. Zie hiervan, Gen.48:14; Num.8:10, en Num.27:18.